Jaarbericht

voorzitter Raad voor de rechtspraak

Henk Naves

Over de rol van de rechter

Over de rol van de rechter

4.1 Jaarbericht

4.1.1 De rol van de rechter

Het is nog niet zo lang geleden dat de Rechtspraak zich graag wat stilhield als er grote maatschappelijke thema’s speelden. We waren ervan overtuigd dat deze houding het beste paste bij onze onafhankelijke positie. De laatste tijd wordt ons echter steeds vaker gevraagd kleur te bekennen. Los van die maatschappelijk oproep, voelen wij ook steeds vaker zélf de plicht om dat te doen. Het is een manier om bij te dragen aan het vertrouwen in ons als staatsmacht. En een vorm van rekenschap afleggen, zoals we dat ook met dit jaarverslag doen.

De Venetië-commissie schreef treffend in haar rapport naar aanleiding van de toeslagenaffaire dat de rechtsstaat nooit af is. Dat ons rechtssysteem altijd in ontwikkeling is en zich moet blijven aanpassen aan politieke, sociale, economische, culturele en technologische ontwikkelingen. En dat het in standhouden ervan niet alleen draait om instituties en formele juridische waarborgen, maar ook om het behouden van een cultuur waarbij de rechtsstaat voorop staat. En dat doe je onder meer door je te laten horen.

Daarom luidden we de noodklok over de vastlopende jeugdbescherming. We boden publiekelijk onze excuses aan voor de steken die ook wij lieten vallen bij de behandeling van kinderopvangtoeslagzaken. We spraken ons uit over internationale ontwikkelingen zoals in Polen, waar de rechtsstaat wordt afgebroken. Binnen de Rechtspraak zetten tal van collega’s zich in voor hun vakgenoten in Oekraïne. We spraken onze afschuw uit toen de rechtsstaat schokte na weer een dodelijke aanslag.

Rechten en vrijheden

Hoewel het staatsrechtelijk kan schuren, is het goed dat de derde staatsmacht mondiger is dan voorheen. Onze rechters en medewerkers zien waar het recht in de dagelijkse praktijk knelt, waar processen vastlopen en waar onrechtvaardigheid het rechtssysteem binnendringt. Zij kennen de buikpijndossiers en signaleren knelpunten in wetgeving. Ik denk dat we rechten en vrijheden beschermen door deze observaties te delen. We maken concreet waar het hapert als het gaat om de toegang tot de rechter.

Door ingewikkelde kwesties te benoemen, maak je ze bespreekbaar. En dat maakt het voor ons en andere staatsmachten makkelijker om bijvoorbeeld de rechtsbescherming van burgers te verbeteren. Dat is belangrijk, want we zien tijdens het uitvoeren van onze wettelijke adviestaak met betrekking tot nieuwe wets- en beleidsvoorstellen dat het daar nogal eens aan schort. Een voorbeeld is het wetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie van de Wet OM-afdoening. Dit wetsvoorstel biedt het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om een voorwaardelijke strafbeschikking op te leggen. Maar als deze wordt omgezet in een onvoorwaardelijke beschikking, kan de rechter in de eventuele bezwaarprocedure slechts heel beperkt toetsen. Er is dan dus rechtsbescherming verloren gegaan. U leest meer over deze tendens in ons jaarverslag.

Buikpijndossiers

Het speelt niet alleen bij nieuwe wetgeving, maar ook bij wetten die al gelden. Dit zijn de buikpijndossiers die ik eerder noemde. Dan gaat het bijvoorbeeld om de transitievergoedingen die bijna failliete ondernemers bij ontslag van medewerkers regelmatig moeten betalen, zelfs als het pensioen en spaargeld van die ondernemers al is verdampt. Maar ook om de zaken met oplegging van een boetepremie die het Centraal Administratie Kantoor bij de rechtbanken aanbrengt omdat mensen hun eigen risico van de ziektekostenverzekering niet betalen. Het gevolg is dat mensen met toch al lage inkomens worden geconfronteerd met torenhoge proces- en beslagkosten. Of neem de schorsing van élk rijbewijs tijdens een onderzoek naar iemands rijgeschiktheid. Zonder uitzondering, zonder nuance, zonder wettelijke ruimte voor een belangenafweging. Of de financieel zwakkere huurder die bij verlies van een rechtszaak moet opdraaien voor de veel hogere griffiekosten van de woningbouwvereniging. En tot slot noem ik het taakstrafverbod, waardoor rechters niet de meest rechtvaardige, passende en effectieve straf kunnen opleggen.

Deze opsomming doet geen recht aan het openhartige geluid vanaf onze werkvloer dat uit de passage in dit jaarverslag over knelpunten in de uitvoering van wetgeving en ‘buikpijndossiers’ klinkt, en ik nodig u dan ook uit deze te lezen. Het gaat in de regel om rechtszaken waarbij mensen in een al kwetsbare positie, nóg verder het moeras in worden getrokken als niemand aan de bel trekt. Daarom moeten we het benoemen, zonder daarbij op de stoel van de wetgever of uitvoerende macht te willen zitten. Maar wel in de wetenschap dat de oplossing de grenzen tussen staatsmachten en organisaties vaak overstijgt. Het goed functioneren van de rechtsstaat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voor de Rechtspraak betekent dit dat we onze onafhankelijke en onpartijdige rol beschermen, maar ons daar niet achter mogen verschuilen.

Spiegel

We willen een betrouwbare schakel zijn bij het onderhoud aan de rechtsstaat. Zoals we bijvoorbeeld binnen het bestuursrecht met het UWV, die vanuit zijn taak veel procedures bij ons start, spreken over knelpunten in het proces én in de samenwerking. Of zoals we met allerlei ketenpartners samenwerken aan de broodnodige modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Zo zijn er tal van voorbeelden die laten zien dat een robuuste rechtsstaat gevormd wordt door velen. De Rechtspraak wil daarbij een actieve en betrouwbare rol spelen, en openstaan voor de geluiden van anderen. We zijn een organisatie die aanspreekbaar is.

Door te benoemen wat wij zien, wijzen we in de richting van anderen. Als de kritiek hout snijdt, moet dat natuurlijk kunnen. Maar de Rechtspraak moet ook zélf in de spiegel kijken. Ook wij hebben blinde vlekken, die anderen zichtbaar kunnen maken. Graag noem ik de reflectietrajecten die binnen onze organisatie zijn gestart naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Reflecties waarbij wij kritisch kijken naar ons eigen handelen, maar waarbij ook experts en andere betrokken mensen van buiten onze organisatie onverbloemd zeggen waar het op staat. Die waarheid doet soms pijn, maar is belangrijk om te horen, te delen en tot ons te blijven nemen.

Gesprek

Een rechter moet durven mishagen, is een gevleugelde uitspraak binnen ons vakgebied. Wars van politieke of maatschappelijke druk voert hij zijn ambt uit. Maar het gaat verder dan dat. Een rechter moet bij dreigend onrecht eigenwijs zijn en moed tonen. Soms tegen staande jurisprudentie in durven gaan, mits goed gemotiveerd. De normale gang van zaken negeren als de omstandigheden van het geval laten zien dat het écht niet anders kan. De Rechtspraakorganisatie moet rechters en juridische ondersteuning daarin bijstaan. Bijvoorbeeld door mogelijk te maken dat de signalen uit de organisatie worden gehoord en opgepakt. Waar de rechter zich in een individuele zaak laat horen, gebeurt dat ook in vakinhoudelijke en kwaliteitsoverleggen, expertgroepen en gerechtsvergaderingen. Die geluiden vinden hun weg naar de bestuurderstafel, waarna de Rechtspraak in overleg treedt met de wetgever. Deze route moet ook andersom worden bewandeld, waarbij andere staatsmachten, vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheden, geconstateerde knelpunten of mogelijkheden tot verbetering met ons bespreken. Zo’n gesprek moeten we verwelkomen omdat het de rechtsstaat versterkt.

De Rechtspraak neemt een unieke positie in binnen ons staatsbestel. De opdracht die de samenleving ons geeft, voeren we dagelijks met toewijding uit. Want als onrecht dreigt, is rechtspraak het laatste toevluchtsoord om dat onrecht te voorkomen. In onze zittingszalen, van Middelburg tot Groningen en van Alkmaar tot Almelo, moet iedereen er zeker van zijn dat zijn rechten worden beschermd. Maar deze rol kunnen wij, rechters en de Rechtspraak als geheel, alleen vervullen als we zelf ook bereid zijn te luisteren.

Henk Naves,
Voorzitter Raad voor de rechtspraak

Henk Naves, voorzitter Raad voor de rechtspraak